-
1 vor
vor1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ nach wie vor • net als voorheen, nog steeds————————vor2〈voorzetsel + 3,4〉2 voor, van 〈 als bejegening of onwillekeurige reactie〉♦voorbeelden:vor allem • vooral, met namevor sich gehen • gebeuren -
2 etwas vor der Presse erklären
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas vor der Presse erklären
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский